Vogeltje.

Het is nog vroeg, maar rustig zou ik het niet noemen. Ik word omringd door gekwetter. Tegenover mij in de toppen van de iepen, zit een hele groep kleine, groene halsbandparkieten. Twee zitten helemaal bovenaan om zich heen te kijken en aan de takken te trekken. Amsterdam is tegenwoordig net zo overspoeld met halsbandparkieten, als met toeristen. Die parkieten heb ik persoonlijk minder last van, die kotsen niet op de straten, en stappen niet zonder te kijken het fietspad op. De parkietjes snoepen van de toppen van de iep tegenover mij. Het geeft zo’n gezellig beeld. Vroeger zag je nog heel veel mussen in Amsterdam. Die hebben dus plaats gemaakt voor deze groene vrienden. Er heeft zich al sinds mijn jeugd een romantisch verhaal de ronde gedaan dat een oud vrouwtje in het Vondelpark een parkietenpaartje heeft uitgezet. En dat dit paartje, met een gezonde sekslust blijkbaar, de oorsprong is van deze halsbandparkietencolonne. Ook heb ik wel eens iets gehoord over een gekantelde vrachtwagen met parkieten erin. Het meest aannemelijke verhaal is als volgt: in de jaren zeventig was aan de Overtoom een groot gebouw gevestigd van het Amerikaanse bedrijf Sperry Remington. Volgens een oud medewerker Peter Sloothaak, hield een collega op zolder een groep halsbandparkieten. Na de opsplitsing van het bedrijf in 1977, zouden de zolderramen zijn opengezet. En waren de vogels gevlogen. Het is maar net welk verhaal je kiest te geloven. Dat is eigenlijk altijd zo, je kiest je eigen verhaal. Ik heb een romantische ziel en zo heeft het verhaal van het verliefde parkietenpaartje in het Vondelpark zich in mijn borst genesteld.

Het paartje broedt verder, naast een ander vogeltje uit mijn verleden. Ik was vijf jaar oud en mijn ouders hadden mij en mijn zussen meegenomen naar Antwerpen. We stonden op de Vogeltjesmarkt, een markt die elke zondag op het Theaterplein werd gehouden. Daar werden vogeltjes, volières en kooitjes verkocht. Een ervaring om nooit meer te vergeten voor een dierenliefhebber in de dop. Overal op stokken stonden tamme kanaries, parkieten, papegaaien en exoten. Vroeger was de markt echt bedoeld om vogels te verkopen. Nu is het ook ‘gewoon’ een leuke markt. Ik stond op die zondagochtend als kleine kleuter, een jaar of vijf, met vogeltje in de hand. Een blauw parkietje. En hij was, zo, zo, zo lief. De vrouw van de kraam keek naar mij, ze had de tamme vogel van het stokje op mijn hand laten lopen. Slim. Ik keek naar het vogeltje. Met een vurig verlangen dat het vogeltje de mijne zou worden. Ik keek zonder te bewegen, hield mijn adem in, zodat het niet weg zou lopen, of vliegen. Papa keek niet naar het vogeltje. Papa keek naar mij. We moesten door, met de dag.

Hessie…
Papa, ik wil zo graag het vogeltje. Zo graag.
Ik zal erover nadenken.

Zucht, hij zal erover nadenken. Er was nog kans dat het vogeltje en ik weer samen zouden komen. We hadden nog een drukgeduld programma in Antwerpen die dag. ‘s Avonds kwamen we moe in het hotel. Papa stopte ons in in bed.

Pap?
Ja?
Heb je nog over het vogeltje nagedacht?

Vorige
Vorige

Troostdier.